ECLI:NL:RVS:2022:3942

Raad van State

Datum uitspraak
23 december 2022
Publicatiedatum
22 december 2022
Zaaknummer
202206731/2/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • E. Steendijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening inzake plaatsingsplan ondergrondse restafvalcontainers in Den Haag

Op 23 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een geschil tussen verzoekers, wonend in Den Haag, en het college van burgemeester en wethouders van Den Haag. Het geschil betreft de aanwijzing van locaties voor ondergrondse restafvalcontainers (ORAC's) in de wijk Statenkwartier II. Het college had op 18 oktober 2022 een definitief plaatsingsplan vastgesteld, waarin onder andere locatie 07-65B in de Frankenstraat was aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC's. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen deze aanwijzing en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat zij van mening zijn dat het besluit niet deugdelijk is gemotiveerd en dat de locatie niet geschikt is vanwege de gevolgen voor parkeren en overlast.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat het bestreden besluit in de bodemprocedure niet in stand zal blijven. De rechter heeft overwogen dat het college bij de keuze van de locatie beleidsruimte heeft en dat de randvoorwaarden voor de plaatsing van de ORAC's zijn nageleefd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de loopafstand naar de containers binnen de toegestane grenzen ligt en dat het verlies van één parkeerplaats in de Frankenstraat niet in strijd is met de randvoorwaarden. Ook de vrees voor geur- en geluidoverlast werd niet als voldoende reden gezien om de locatie niet aan te wijzen.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, waarbij hij heeft benadrukt dat de belangen van de verzoekers zijn afgewogen tegen de noodzaak van de plaatsing van de ORAC's. De uitspraak bevestigt dat het college de locatie 07-65B heeft kunnen aanwijzen en dat de alternatieve locatie die door verzoekers is aangedragen niet zodanig geschikter is dat het college niet aan zijn keuze had mogen vasthouden.

Uitspraak

202206731/2/R1.
Datum uitspraak: 23 december 2022
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) in het geding tussen:
[verzoeker] en anderen, wonend te Den Haag,
verzoekers,
en
college van burgemeester en wethouders van Den Haag,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 18 oktober 2022 heeft het college het definitief plaatsingsplan gewijzigde en aanvullende locaties ondergrondse restafvalcontainers (hierna: ORAC's) voor de wijk Statenkwartier II (buurt 7) in het stadsdeel Scheveningen in Den Haag vastgesteld. Daarbij is onder meer de locatie 07-65B in de Frankenstraat ter hoogte van huisnummer 18 aangewezen voor de plaatsing van twee ORAC’s.
Tegen dit besluit hebben [verzoeker] en anderen beroep ingesteld.
[verzoeker] en anderen hebben de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
Het college heeft een verweerschrift ingediend.
[partij] en anderen hebben een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op een zitting behandeld op 15 december 2022, waar van de kant van [verzoeker] en anderen [verzoeker A], [verzoeker B] en [verzoeker C] zijn verschenen, en het college, vertegenwoordigd door mr. F. Naghi-Zadeh en drs. P. Haasnoot, is verschenen. Voorts is ter zitting [partij] gehoord. [verzoeker] en anderen zijn bijgestaan door mr. E. Koornwinder, advocaat te Den Haag, die via een videoverbinding aan de zitting heeft deelgenomen.
Overwegingen
Inleiding
1.       Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure.
2.       Bij besluit van 14 juli 2020 heeft het college, door vaststelling van het definitief plaatsingsplan, voor de buurt Statenkwartier concrete locaties aangewezen waar ORAC’s worden geplaatst. Bij uitspraak van 28 juli 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1680, heeft de Afdeling dit besluit vernietigd, voor zover dat ziet op de locaties 07-42B, 07-40B, 07-44B, 07-65A en 07-61A.
Naar aanleiding van deze uitspraak heeft het college in het nu voorliggende besluit zes gewijzigde locaties en één aanvullende locatie aangewezen. Hierin is onder meer de op het eilandje op de kruising van de Johan van Oldenbarneveltlaan en de Frankenstraat gelegen locatie 07-65A gewijzigd. Deze locatie wordt verplaatst naar de Frankenstraat, tegenover huisnummer 18, aangeduid als locatie 07-65B. Op deze locatie zullen twee ORAC’s worden geplaatst. Dat zal ten koste gaan van één parkeerplaats.
3.       Bij de keuze van een locatie voor ondergrondse afvalcontainers moet het college een afweging maken van alle betrokken belangen. Daarbij heeft het college beleidsruimte. Bij het aanwijzen van de locatie voor de plaatsing van de ORAC’s heeft het college de randvoorwaarden gehanteerd, zoals neergelegd in het "Voorstel van het college inzake 5e Programma Ondergrondse Restafvalcontainers (ORAC's): 900 extra". Deze randvoorwaarden houden in:
- Loopafstand: Als loopafstand van perceel tot de container wordt bij het ontwerp 75 m aangehouden, dit kan oplopen tot maximaal 125 m. Wanneer er binnen de 125 m geen locatie beschikbaar is kan het college gemotiveerd besluiten hiervan af te wijken.
- Parkeren: Het aantal parkeerplaatsen dat vervalt wordt tot een minimum beperkt.
- Bomen: Zo min mogelijk kappen of verplaatsen van bomen.
- Ondergrondse infrastructuur: Zo min mogelijk omleggen van aanwezige kabels, leidingen en riolering.
- Overige obstakels: Zo min mogelijk verplaatsen van lichtmasten, telefoonzuilen, HTM-masten en bovenleidingen.
- Bereikbaarheid wagen: De inzamelwagen moet voldoende ruimte hebben om de ORAC’s te kunnen legen.
- Veiligheid: Bij de route van huisdeur naar container moet kruising met hoofdroutes en wijkontsluitingswegen worden vermeden.
4.       Zoals de Afdeling heeft overwogen in de hiervoor vermelde uitspraak van 28 juli 2021, houdt de randvoorwaarde over de loopafstand in dat alleen van de maximale loopafstand van 125 m mag worden afgeweken als er binnen 125 m in het licht van de overige randvoorwaarden geen locaties geschikt zijn voor het plaatsen van ORAC’s.
Beoordeling van het verzoek
5.       [verzoeker] en anderen wonen allen in de Frankenstraat en zijn het niet eens met de aanwijzing van locatie 07-65B. Zij hebben een voorlopige voorziening gevraagd om te voorkomen dat het college tot de plaatsing van de containers zal overgaan voordat de Afdeling een uitspraak heeft gedaan in de bodemzaak.
Aan hun verzoek hebben [verzoeker] en anderen ten grondslag gelegd dat het besluit, voor zover dat ziet op locatie 07-65B, naar verwachting in de bodemprocedure niet in stand zal kunnen blijven. Zij vinden het besluit niet deugdelijk gemotiveerd en stellen zich op het standpunt dat het college de locatie redelijkerwijs niet heeft kunnen aanwijzen voor plaatsing van de ORAC’s, omdat deze locatie in het licht van de gestelde randvoorwaarden op grotere bezwaren stuit dan de aanvankelijk aangewezen locatie 07-65A. Zo zal het plaatsen van de ORAC’s ten koste gaan van één parkeerplaats in de toch al overbelaste en smalle Frankenstraat, wat een verslechtering is ten opzichte van locatie 07-65A omdat daar geen legale parkeerplaatsen verloren zullen gaan. Ook wordt volgens [verzoeker] en anderen door het plaatsen van de ORAC’s zo dicht bij een woning niet voldaan aan de voorwaarde dat geur- en geluidoverlast voor woningen zo veel mogelijk moet worden vermeden. Zij gaan er daarbij van uit dat zowel bij 07-65A als bij 07-65B sprake is van een kleine overschrijding van de maximale loopafstand van 125 m, zoals volgens hen is op te maken uit de bij het besluit behorende kaart met loopafstanden en de door hen in beroep overgelegde loopafstandenkaart van Vermeer Landmeten B.V..
[verzoeker] en anderen hebben verder aangevoerd dat het door hen aangedragen alternatief aan de korte zijde van het plantsoentje op de hoek van de Johan van Oldenbarneveltlaan en Frankenstraat veel geschikter is, omdat op die plek nooit wordt geparkeerd en het niet vlak voor de deur van een woning ligt.
5.1.    Wat [verzoeker] en anderen in beroep hebben aangevoerd, geeft geen aanleiding om op voorhand aan te nemen dat het bestreden besluit, voor zover daarin locatie 07-65B is aangewezen, in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat uiteindelijk zal blijken dat het college de locatie niet heeft kunnen aanwijzen.
De voorzieningenrechter heeft daarbij allereerst in aanmerking genomen dat het college na de uitspraak van de Afdeling waarin het besluit van 14 juli 2020 gedeeltelijk is vernietigd vanwege een motiveringsgebrek, niet gehouden was om in het nieuw te nemen besluit locatie 07-65A met een nadere motivering opnieuw aan te wijzen. Het college heeft in dit geval gekozen voor aanwijzing van een andere locatie. Ter beoordeling staat niet of het college alsnog had kunnen motiveren dat 07-65A geschikt is, maar of het college locatie 07-65B geschikt heeft kunnen achten voor de plaatsing van ORAC’s. Als dat zo is, beoordeelt de rechter vervolgens of het college toch had moeten afzien van aanwijzing van de locatie vanwege een geschiktere alternatieve locatie. Die alternatieve locatie moet dan zodanig geschikter zijn dan de aangewezen locatie, dat geoordeeld moet worden dat het college niet heeft mogen vasthouden aan zijn keuze voor de aangewezen locatie, maar had moeten kiezen voor de alternatieve locatie.
Uit de bij het bestreden besluit behorende looplijnenkaart, die het college op de zitting heeft toegelicht, volgt dat de maximale loopafstand voor de gebruikers van locatie 07-65B minder is dan 125 m. [verzoeker] en anderen hebben niet aangevoerd wat er niet deugt aan deze kaart, maar hebben met de enkele verwijzing naar de overgelegde kaart van Vermeer Landmeten gesteld dat de loopafstand iets groter is dan 125 m. Nog daargelaten dat de voorzieningenrechter op de zitting niet heeft kunnen vaststellen dat de loopafstand volgens de op die kaart ingetekende looplijnen groter is dan 125 m, is gebleken dat bij het meten van de loopafstanden door [verzoeker] en anderen is uitgegaan van een andere verdeling van de locaties over de verschillende huishoudens. De voorzieningenrechter ziet in de overgelegde kaart dan ook geen reden om op voorhand aan te nemen dat voor enkele bewoners van de Frankenstraat de loopafstand naar locatie 07-65B meer is dan 125 m.
De voorzieningenrechter ziet evenmin aanleiding om op voorhand aan te nemen dat het verlies van één parkeerplaats in de Frankenstraat door het aanwijzen van de locatie in strijd is met de randvoorwaarden, waarin staat dat het aantal te vervallen parkeerplaatsen tot een minimum moet worden beperkt. Bij de vraag of het verlies van de parkeerplaats aanvaardbaar is, hanteert het college als uitgangspunt dat geen ORAC’s op parkeerplaatsen worden geplaatst als de parkeerdruk op wijkniveau hoger is dan 90%. Het college heeft hierover in de nota van antwoord toegelicht dat de parkeerdruk in het Statenkwartier onder de 90% is. Aangezien [verzoeker] en anderen dit niet hebben betwist, ziet de voorzieningenrechter op voorhand geen reden om aan te nemen dat het college de locatie vanwege de parkeerdruk in de Frankenstraat niet had mogen aanwijzen voor het plaatsen van ORAC’s.
In de door [verzoeker] en anderen geuite vrees voor geur- en geluidoverlast vanwege het gebruik van de ORAC’s bestaat naar het oordeel van de voorzieningenrechter ook geen aanleiding om op voorhand aan te nemen dat het college hierin een belemmering had moeten zien voor de aanwijzing van de locatie. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen, hoeven de gevolgen die inherent zijn aan een gekozen inzamelsysteem, zoals geluid- en geuremissie, onder normale omstandigheden niet aan aanwijzing van een locatie in de weg te staan. Als voorbeeld wijst de voorzieningenrechter op de uitspraak van 11 juli 2018, ECLI:NL:RVS:2018:2320. De aangevoerde omstandigheid dat de Frankenstraat een smalle straat is, die werkt als een klankkast en waar de geuren blijven hangen, zijn naar het oordeel van de voorzieningenrechter niet zodanig locatiespecifiek of bijzonder, dat het college daarin reden had moeten zien de locatie niet aan te wijzen.
Gelet op het voorgaande, ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om op voorhand aan te nemen dat het college locatie 07-65B niet geschikt heeft kunnen achten.
Over de door [verzoeker] en anderen aangedragen alternatieve locatie aan de korte zijde van het plantsoen op de kruising van de Johan van Oldenbarneveltlaan en Frankenstraat heeft het college in de nota van antwoord toegelicht dat dit niet tot een verbetering van het plan zal leiden vanwege de onnodige overschrijding van de loopafstand van 125 m. Op de zitting heeft het college hier nog aan toegevoegd dat het aanwijzing van deze alternatieve locatie niet wenselijk acht omdat dat ten koste zal gaan van het daar aanwezige groen. Gelet op deze toelichting ziet de voorzieningenrechter geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de door [verzoeker] en anderen aangedragen alternatieve locatie aan de korte zijde van het plantsoentje zodanig geschikter is dan de aangewezen locatie dat het college niet heeft mogen vasthouden aan zijn keuze, maar had moeten kiezen voor die alternatieve locatie.
Conclusie
6.       Gelet op wat hiervoor is overwogen, en na afweging van de betrokken belangen, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen.
7.       Het college hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek af.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. G.J. Deen, griffier.
w.g. Steendijk
voorzieningenrechter
w.g. Deen
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 23 december 2022
604