ECLI:NL:RVS:2022:3840
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot beëindiging opvang
Op 19 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 17 mei 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 11 november 2022 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, omdat de staatssecretaris van plan was de opvang van de vreemdeling per 19 december 2022 te beëindigen.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het hoger beroep nader onderzoek vereist en heeft daarom besloten om bij wijze van ordemaatregel de voorgenomen beëindiging van de opvang achterwege te laten. Dit betekent dat de vreemdeling voorlopig recht heeft op opvang totdat er meer duidelijkheid is over het hoger beroep. Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 759,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid in asielprocedures en de bescherming van de rechten van vreemdelingen in afwachting van een definitieve uitspraak in hun zaak.