ECLI:NL:RVS:2022:3837
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak van vreemdeling tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 20 december 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 oktober 2022 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 21 november 2022 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit besluit is gebaseerd op eerdere jurisprudentie van de Afdeling, waarin soortgelijke verzoeken zijn behandeld.
De voorzieningenrechter heeft tevens bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden, aangezien deze al eerder was veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten in het kader van de ordemaatregel die op 24 november 2022 was getroffen. De beslissing houdt in dat de vreemdeling niet zal worden overgedragen totdat er een uitspraak is gedaan in het hoger beroep.