ECLI:NL:RVS:2022:3474
Raad van State
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Bevestiging uitspraak rechtbank inzake aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek voorlopige voorziening
Op 30 november 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid tegen een uitspraak van de rechtbank Den Haag. De rechtbank had op 11 november 2022 een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris van 10 oktober 2022, waarin de aanvraag niet-ontvankelijk werd verklaard, vernietigd. De staatssecretaris heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De rechtbank had een motiveringsgebrek geconstateerd, maar dit gebrek kan eenvoudig worden hersteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen en de uitspraak van de rechtbank bevestigd. De staatssecretaris is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in verband met de behandeling van het hoger beroep en het verzoek zijn opgekomen, tot een bedrag van € 1.518,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.