Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam 1] eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopIn het besluit van 10 oktober 2022 (het bestreden besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure niet-ontvankelijk verklaard.
Overwegingen
6.3 Uit de door partijen aangehaalde stukken blijkt verder dat statushouders die vanuit een andere lidstaat terugkeren naar Griekenland en die niet meer in het bezit zijn van hun verblijfsvergunning (ADET) - of deze nooit hebben ontvangen - maanden moeten wachten tot deze opnieuw afgegeven wordt; volgens Refugee Support Aegean wegens een 'substantial backlog of pending applications'. Zonder een ADET kunnen statushouders geen belastingnummer (AFM) en geen socialezekerheidsnummer (AMKA) bemachtigen. Dit bemoeilijkt vervolgens ook hun toegang tot huisvesting, sociale voorzieningen, zorg en de arbeidsmarkt. Zo hebben zij voor toegang tot publieke zorgvoorzieningen een AMKA-nummer nodig, en hebben zij zowel een AMKA- als een AFM-nummer nodig om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering die hun een bestaansminimum garandeert (KEA). Dat de bureaucratie en de wachttijden bij het verkrijgen van de benodigde documenten en nummers op zichzelf niet nieuw zijn, neemt naar het oordeel van de Afdeling niet weg dat deze het, in combinatie met de effecten van de wetswijziging van maart 2020, voor statushouders nog moeilijker maken om zelfstandig hun rechten te effectueren en om te voorzien in de meest fundamentele behoeften, zoals eten, onderdak en stromend water.
3.4 Naar aanleiding van de voormelde uitspraken van de Afdeling heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Griekenland een feitenonderzoek uitgevoerd naar de situatie van statushouders in Griekenland. Het verslag van dat onderzoek is op 24 juni 2022 gepubliceerd. Naar aanleiding van voormelde uitspraken en voormeld feitenonderzoek heeft verweerder een zogenoemd informatiebericht (IB) uitgebracht. Dat is het IB met het nummer 2022/84 en de titel “Griekse statushouders”. In dat IB staat dat de daarin vermelde werkwijze een tijdelijke werkwijze is in afwachting van nadere bestudering van (de gevolgen van) van voormeld feitenonderzoek. Vervolgens staat in het IB onder het kopje “3. Hoe te handelen” het volgende:
“3.1 Verlengen beslistermijn.
Naar aanleiding van de eerder genoemde uitspraken van de Afdeling van 28 juli 2021 dient de situatie van statushouders in Griekenland nader te worden onderzocht en beoordeeld. Dit onderzoek is verricht, maar de beoordeling is nog niet afgerond. De werkwijze uit IB 2022/9 omtrent het verlengen van de beslistermijn dient voortgezet te worden. Dit betekent dat indien er in de vijfde maand na het indienen van de asielaanvraag nog geen duidelijkheid is over de inhoudelijke gevolgen van de uitspraken van de Afdeling, de beslistermijn door de beslismedewerker van A&B met negen maanden wordt verlengd. Dit gebeurt op grond van artikel 42, lid 4, onder a, Vw.
Het is mogelijk asielaanvragen van Griekse statushouders als niet-ontvankelijk af te doen wanneer uit het aanmeldgehoor duidelijk blijkt dat de vreemdeling in het bezit is van:
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;