ECLI:NL:RVS:2022:3061
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 25 oktober 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De aanvraag was op 23 november 2021 afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 21 april 2022 het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de staatssecretaris opgedragen een nieuw besluit te nemen. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. E.C. Kaptein, heeft hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Raad van State heeft in zijn overwegingen de rechtsvraag behandeld over hoe de staatssecretaris omgaat met opvolgende asielaanvragen die gebaseerd zijn op een eerder ongeloofwaardig geachte bekering. De Raad verwijst naar een eerdere uitspraak van 28 september 2022, waarin is vastgesteld dat de grieven van de vreemdeling slagen. Dit betekent dat de staatssecretaris bij het opnieuw nemen van een besluit ook de geloofwaardigheid van de door de vreemdeling gestelde bekering en de daarmee samenhangende geloofsgroei moet onderzoeken.
De Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard en de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 759,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van asielaanvragen, vooral wanneer eerdere aanvragen zijn afgewezen op basis van geloofwaardigheid.