ECLI:NL:RVS:2022:2646
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 25 juni 2022 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 augustus 2022 de uitspraak deed dat het beroep gegrond was. De staatssecretaris heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 9 september 2022 uitspraak gedaan op dit verzoek.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de staatssecretaris de voorlopige voorziening verzoekt om de uitspraak van de rechtbank niet uit te voeren totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Gezien de belangen van zowel de staatssecretaris als de vreemdeling heeft de voorzieningenrechter besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit betekent dat de staatssecretaris geen uitvoering hoeft te geven aan de uitspraak van de rechtbank totdat er een beslissing is genomen in het hoger beroep.
De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de staatssecretaris geen proceskosten hoeft te vergoeden. De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, in tegenwoordigheid van mr. R.H.L. Dallinga als griffier.