ECLI:NL:RVS:2022:2434
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 24 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 7 maart 2022 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tevens was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten. Dit besluit volgde op een eerdere afwijzing van een heroverwegingsverzoek van de vreemdeling, dat betrekking had op een besluit van 19 juli 2021.
De rechtbank Den Haag had op 28 juli 2022 het beroep van de vreemdeling tegen de afwijzing van het heroverwegingsverzoek gegrond verklaard en het besluit van de staatssecretaris vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen. Tegen deze uitspraak hebben zowel de vreemdeling als de staatssecretaris hoger beroep ingesteld. In afwachting van de uitkomst van het hoger beroep heeft de vreemdeling de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet.
De voorzieningenrechter heeft, gelet op de ingediende stukken en de omstandigheden van de zaak, besloten om de voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek om voorlopige voorziening. De kosten zijn vastgesteld op € 759,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.