ECLI:NL:RVS:2022:2336
Raad van State
- Mondelinge uitspraak
- E.A. Minderhoud
- J.A.A. van Roessel
- C.P. Stouthamer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit college van burgemeester en wethouders van Amersfoort inzake last onder dwangsom voor bijgebouw
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellante] tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 26 februari 2021. De rechtbank had het beroep van [appellante] ongegrond verklaard, waarbij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort van 26 september 2019 in stand werd gelaten. Dit besluit betrof een last onder dwangsom met betrekking tot een bijgebouw op het achtererf van het perceel [locatie] in Amersfoort. De mondelinge uitspraak vond plaats op 10 augustus 2022, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de aangevallen uitspraak bevestigde.
Tijdens de zitting betoogde [appellante] dat de rechtbank had miskend dat zij het eigendom van het bouwwerk voor 1 april 2007 had verkregen, en dat er daarom geen last onder dwangsom opgelegd kon worden. Volgens haar zou alleen bestuursdwang zonder kostenverhaal toegepast kunnen worden. De Raad van State oordeelde echter dat [appellante] zelf verantwoordelijk was voor de aanpassing van het bouwwerk zonder vergunning, en dat zij als overtreder kon worden aangemerkt. Dit betekende dat het college bevoegd was om handhavend op te treden.
De Raad van State bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep ongegrond was. Tevens werd bepaald dat het college geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van vergunningen en de verantwoordelijkheden van eigenaren bij het aanpassen van bouwwerken.