ECLI:NL:RVS:2022:1733
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- J.Th. Drop
- H.J.M. Baldinger
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
Op 20 juni 2022 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van twee vreemdelingen tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De vreemdelingen hadden een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 24 juni 2021 was afgewezen. De rechtbank had op 12 mei 2022 het beroep van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep instelden.
De Raad van State oordeelde dat het hoger beroep niet leidt tot vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. De reden hiervoor was dat het hogerberoepschrift geen vragen bevatte die in het belang van de rechtseenheid, rechtsontwikkeling of rechtsbescherming beantwoord moesten worden. De Raad stelde vast dat er geen grieven waren ingediend die een zelfstandig oordeel in de uitspraak van de rechtbank bestreden, waardoor de uitspraak van de rechtbank kon worden bevestigd.
De beslissing van de Raad van State was dat het hoger beroep ongegrond was en dat de uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. De staatssecretaris werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 juni 2022, en de zaak werd behandeld door een collegiaal orgaan bestaande uit de voorzitter en twee leden, met de griffier aanwezig.