202003667/1/A3.
Datum uitspraak: 14 april 2021
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellant], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 28 april 2020 in zaak nr. 19/1226 in het geding tussen:
[appellant]
en
het college van burgemeester en wethouders van Gemert-Bakel.
Procesverloop
Bij besluit van 5 oktober 2018 heeft het college een verzoek van [appellant] tot verwijdering van zijn persoonsgegevens en tot vergoeding van schade wegens onrechtmatige gegevensverwerking, afgewezen.
Bij besluit van 20 maart 2019 heeft het college het door [appellant] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 28 april 2020 heeft de rechtbank het door [appellant] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard en zijn verzoek om schadevergoeding afgewezen. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellant] hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 23 februari 2021, waar het college, vertegenwoordigd door mr. J.R.F. Kleefman, is verschenen.
Overwegingen
1. De voor deze zaak relevante bepalingen zijn opgenomen in de bijlage, die deel uitmaakt van deze uitspraak.
Inleiding
2. [appellant] en het college zijn het er over eens dat een medewerker van het college op 3 augustus 2017 de volgende tekst heeft geplaatst in een topic op het VNG-Forum:
"Ik ben het met [naam] eens dit is een te zwaar middel in de context van het verzoek (meneer vraagt info over zichzelf dat naar zijn eigen adres moet worden gestuurd). Een andere optie is wellicht - als je het risico wilt vermijden, om een geautoriseerde kopie te laten opsturen. Een dergelijke kopie kan de gemeente waar hij woont afgeven. […]"
Het VNG-Forum is een digitaal platform, opgericht door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, dat bedoeld is om medewerkers van gemeenten in staat te stellen met elkaar te overleggen.
Het verzoek van [appellant]
3. Aan zijn verzoek heeft [appellant] ten grondslag gelegd dat het college met de zin "meneer vraagt info over zichzelf dat naar zijn eigen adres moet worden gestuurd", persoonsgegevens van hem heeft verwerkt. Deze verwerking van zijn persoonsgegevens is volgens [appellant] onrechtmatig. Hij heeft het college daarom op grond van artikel 17, eerste lid, aanhef en onder d, van Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie (de Algemene Verordening Gegevensbescherming, hierna: de AVG) verzocht de zinsnede te verwijderen. Daarnaast heeft hij verzocht om schadevergoeding op grond van artikel 82 van de AVG.
De besluiten van 5 oktober 2018 en 20 maart 2019
4. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de door [appellant] bedoelde zinsnede op het VNG-Forum geen persoonsgegevens bevat. Het college is daarom niet op grond van artikel 17, eerste lid, aanhef en onder d, van de AVG, verplicht de zinsnede te wissen en ook niet verplicht om [appellant] op grond van artikel 82 van de AVG een schadevergoeding toe te kennen.
Oordeel rechtbank
5. De rechtbank heeft overwogen dat het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat het met de bedoelde zinsnede geen persoonsgegevens van [appellant] heeft verwerkt. Die zinsnede bevat geen enkele identificator waardoor de persoon op wie die tekst betrekking heeft, kan worden geïdentificeerd. Uit het enkele woord "meneer" kan niet worden afgeleid dat de tekst betrekking heeft op [appellant]. Omdat het college geen persoonsgegevens heeft verwerkt, kan [appellant] geen geslaagd beroep doen op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder d, of artikel 82 van de AVG.
Hoger beroep
6. [appellant] betoogt dat de rechtbank niet heeft onderkend dat het college met de zinsnede op het VNG-Forum, wèl zijn persoonsgegevens heeft verwerkt. Hij voert hiertoe aan dat uit de context blijkt dat met het woord "meneer" in de zinsnede, op hem wordt gedoeld. Het topic waarin het bericht van het college is geplaatst, gaat namelijk specifiek over hem. Dit blijkt met name uit het eerste bericht uit dat topic, dat veel specifieke informatie bevat. Daarin heeft een medewerkster van een andere gemeente gemeld dat in haar gemeente een inzageverzoek is ingediend door een persoon die in de jaren 2013 tot en met 2016 in meerdere plaatsen Wob-verzoeken heeft ingediend onder meer over Wob-verzoeken, dwangsommen, participatieverzoeken en CJIB gelden. De medewerkster heeft verder gemeld dat het verzoek digitaal binnen is gekomen en dat de verzoeker alert is op het VNG-forum. Zij heeft het vermoeden uitgesproken dat de verzoeker het inzageverzoek ook in andere gemeenten zal indienen en de deelnemers van het VNG-forum geadviseerd hier alert op te zijn, omdat de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen van toepassing is op het verzoek.
6.1. Bij het beantwoorden van de vraag of het college persoonsgegevens van [appellant] heeft verwerkt, moet onderscheid worden gemaakt tussen zijn verzoek om zijn gegevens te wissen enerzijds en zijn verzoek om schadevergoeding anderzijds.
Voor zover het gaat om zijn verzoek om schadevergoeding, moet de rechtmatigheid van de plaatsing van het bericht op het VNG-Forum worden beoordeeld aan de hand van het recht dat van toepassing was op het moment van die plaatsing, in dit geval 3 augustus 2017 (zie rechtsoverweging 3 van de uitspraak van de Afdeling van 1 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:900). Op dat moment was de Wet bescherming persoonsgegevens (hierna: de Wbp) van toepassing. De AVG, die de Wbp heeft vervangen, is namelijk op 25 mei 2018 van toepassing geworden. Voor zover het gaat om zijn verzoek om zijn gegevens te wissen, moet de rechtmatigheid van de plaatsing van het bericht echter worden beoordeeld aan de hand van het recht dat van toepassing was op het moment dat het college het besluit op bezwaar heeft genomen, in dit geval 20 maart 2019. Op dat moment was de AVG al van toepassing geworden.
6.2. In artikel 1, aanhef en onder a, van de Wbp, is het begrip "persoonsgegeven" als volgt gedefinieerd: "elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon" .
In artikel 4, eerste lid, aanhef en onder 1, van de AVG, is het begrip "persoonsgegevens", als volgt gedefinieerd: "alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon („de betrokkene"); als identificeerbaar wordt beschouwd een natuurlijke persoon die direct of indirect kan worden geïdentificeerd, met name aan de hand van een identificator zoals een naam, een identificatienummer, locatiegegevens, een online identificator of van een of meer elementen die kenmerkend zijn voor de fysieke, fysiologische, genetische, psychische, economische, culturele of sociale identiteit van die natuurlijke persoon".
6.3. [appellant] betoogt terecht dat de rechtbank bij het geven van een oordeel over de zinsnede, ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de context waarin het bericht van het college is geplaatst. Dat bericht is namelijk een reactie op eerdere berichten in het topic. Het woord "meneer" slaat op de persoon over wie die eerdere berichten gaan. De rechtbank had daarom ook de inhoud van die eerdere berichten bij haar oordeel moeten betrekken.
Dit is echter geen reden om de uitspraak van de rechtbank te vernietigen. De conclusie waartoe de rechtbank is gekomen, dat geen sprake is van persoonsgegevens, is namelijk juist. Anders dan [appellant] betoogt, is hij niet identificeerbaar op grond van de gegevens die zijn geplaatst in de eerdere berichten uit het topic. Het beeld dat de combinatie van die gegevens oplevert, is daarvoor niet specifiek genoeg. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat in het topic in algemene zin is gecommuniceerd over een bij een andere gemeente ingediend inzageverzoek. Daarnaast neemt de Afdeling in aanmerking dat de werkwijze van [appellant] bij het indienen van Wob- en inzageverzoeken, die is beschreven in de berichten in het topic, vergelijkbaar is met de werkwijze die andere personen hebben gehanteerd.
Het betoog faalt.
7. Hieruit volgt dat ook het betoog van [appellant], dat de rechtbank het college krachtens artikel 82 van de AVG tot een schadevergoeding had moeten veroordelen wegens onrechtmatige gegevensverwerking, faalt.
8. Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. E. Steendijk, voorzitter, en mr. J.J. van Eck en mr. A. Kuijer, leden, in tegenwoordigheid van mr. E.R. Fernandez, griffier.
De voorzitter is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 14 april 2021
753.
BIJLAGE
Algemene Verordening Gegevensbescherming
Artikel 17 - Recht op gegevenswissing ("recht op vergetelheid")
1. De betrokkene heeft het recht van de verwerkingsverantwoordelijke zonder onredelijke vertraging wissing van hem betreffende persoonsgegevens te verkrijgen en de verwerkingsverantwoordelijke is verplicht persoonsgegevens zonder onredelijke vertraging te wissen wanneer een van de volgende gevallen van toepassing is:
[…]
d) de persoonsgegevens zijn onrechtmatig verwerkt;
[…]
Artikel 82 - Recht op schadevergoeding en aansprakelijkheid
1. Eenieder die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een inbreuk op deze verordening, heeft het recht om van de verwerkingsverantwoordelijke of de verwerker schadevergoeding te ontvangen voor de geleden schade.
[…]