ECLI:NL:RVS:2021:709
Raad van State
- E.J. Daalder
- S.C. van Tuyll van Serooskerken
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van stukken in hoger beroep inzake politiegegevens en persoonlijke levenssfeer
In deze zaak heeft de appellant hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 juli 2020, betreffende zaak nr. 19/4769. De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Utrecht hebben in het kader van dit hoger beroep twee gedingstukken overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken door de appellant. Dit verzoek is gedaan op basis van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de burgemeester en het college hebben aangevoerd dat de stukken politiegegevens bevatten die niet zonder toestemming van de auteur met derden mogen worden gedeeld, en dat deze informatie tot personen herleidbaar is.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de verzoeken van de burgemeester en het college beoordeeld. De Afdeling heeft vastgesteld dat de melding en het proces-verbaal informatie bevatten die tot personen herleidbaar is, en dat het belang van het behoud van het anonieme karakter van het meldpunt en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in dit geval zwaarder weegt dan het belang van de appellant om kennis te nemen van deze stukken. De Afdeling heeft daarbij ook overwogen dat de zakelijke inhoud van de melding voor zover relevant al bekend is bij de appellant uit andere gedingstukken.
Uiteindelijk heeft de Afdeling het verzoek tot beperkte kennisneming van de stukken gerechtvaardigd geacht en het verzoek toegewezen. De beslissing is genomen door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. S.C. van Tuyll van Serooskerken, griffier. De uitspraak is openbaar gedaan op 7 april 2021.