32.3.Het beroep van VastNed is gegrond voor zover dat is gericht tegen de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" die in het besluit van 19 september 2018 en het 6:19-besluit is toegekend aan de percelen Ferdinand Bolstraat 47H, 47-I, 47-II, 49, 49-I, 49-II, 79HS, 79-I, 79-II, 79-III, 81HS, 81-I, 81-II, 81-III, 88HS, 88-I, 88-II, 88-III, 97H, 97-I, 97-II, 97-III, 101HS, 101-I, 101-II, 101-III, 122HS, 122-I, 122-II, 122-III, 124HS, 124-I, 124-II en 124-III. Beide besluiten dienen te worden vernietigd wegens strijd met de artikelen 3:2 en 3:46 van de Awb voor zover de bestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan deze percelen.
33. De Afdeling ziet aanleiding de raad met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb op te dragen om voor de vernietigde planonderdelen een nieuw besluit te nemen en zal daarvoor een termijn stellen.
34. Ten aanzien van Comité Oude Pijp en anderen, [appellante sub 2], Caransa, [appellante sub 4] en andere, MCV en anderen, het Bisdom en VastNed dient de raad op hierna te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. Voor zover [appellante sub 4] en andere hebben verzocht om op grond van artikel 2, derde lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht af te wijken van de op grond van het eerste lid vastgestelde bedragen en over te gaan tot een veroordeling van de zogenoemde integrale kosten, wijst de Afdeling dit verzoek af reeds omdat niet inzichtelijk is gemaakt waaruit die integrale kosten bestaan. Ten aanzien van [appellant sub 5] is niet gebleken van proceskosten die voor vergoeding in aanmerking komen. Ten aanzien van Aalborg Hotel bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
I. verklaart het beroep van [appellant sub 5] niet-ontvankelijk, voor zover dat betrekking heeft op artikel 16 lid 16.2.2, onder c, van de planregels;
II. verklaart de beroepen van Comité Oude Pijp en anderen, [appellante sub 2], Caransa Group B.V., [appellante sub 4] en andere, [appellant sub 5], voor zover ontvankelijk, Maatschap Centrum Vastgoed en anderen, Bisdom Haarlem - Amsterdam en VastNed Retail Nederland B.V. tegen het besluit van 19 september 2018, waarbij de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "De Pijp 2018" heeft vastgesteld, gegrond;
III. vernietigt het besluit van 19 september 2018, voor zover:
a. de aanduiding "horeca van categorie 4" is toegekend ter plaatse van het perceel Van Woustraat 74A te Amsterdam;
b. ter plaatse van de achterzijde van het perceel [locatie 1] te Amsterdam niet is voorzien in een woonbestemming;
c. de bestemming "Maatschappelijk" is toegekend aan de percelen Karel du Jardinstraat 61-65 en 67 te Amsterdam;
d. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan het perceel op de hoek van de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Jan Steenstraat, ter hoogte van [locatie 2] te Amsterdam en voor zover niet is voorzien in kantoren op de derde, vierde en vijfde bouwlaag op dat perceel;
e. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan de percelen [locatie 3], [locatie 4] en [locatie 5] te Amsterdam;
f. ter plaatse van het perceel Eerste van der Helststraat 31 te Amsterdam niet is voorzien in dienstverlening en kantoren;
g. de bestemming "Maatschappelijk" is toegekend aan het perceel Van Ostadestraat 270 te Amsterdam;
h. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan de percelen Ferdinand Bolstraat 47H, 47-I, 47-II, 49, 49-I, 49-II, 79HS, 79-I, 79-II, 79-III, 81HS, 81-I, 81-II, 81-III, 88HS, 88-I, 88-II, 88-III, 97H, 97-I, 97-II, 97-III, 101HS, 101-I, 101-II, 101-III, 122HS, 122-I, 122-II, 122-III, 124HS, 124-I, 124-II en 124-III, alle te Amsterdam;
IV. verklaart de beroepen van Comité Oude Pijp en anderen, [appellante sub 2], Caransa Group B.V., [appellante sub 4] en andere, [appellant sub 5], voor zover ontvankelijk, Maatschap Centrum Vastgoed en anderen, Bisdom Haarlem - Amsterdam en VastNed Retail Nederland B.V. tegen het besluit van 9 oktober 2019, waarbij de raad van de gemeente Amsterdam het bestemmingsplan "De Pijp 2018, 1e herziening" heeft vastgesteld gegrond;
V. vernietigt het besluit van 9 oktober 2019, voor zover:
a. de aanduiding "horeca van categorie 4" is toegekend ter plaatse van het perceel Van Woustraat 74A te Amsterdam;
b. ter plaatse van de achterzijde van het perceel [locatie 1] te Amsterdam niet is voorzien in een woonbestemming;
c. de bestemming "Maatschappelijk" is toegekend aan de percelen Karel du Jardinstraat 61-65 en 67;
d. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan het perceel op de hoek van de Ferdinand Bolstraat en de Eerste Jan Steenstraat, ter hoogte van [locatie 2] en voor zover niet is voorzien in kantoren op de derde, vierde en vijfde bouwlaag op dat perceel;
e. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan de percelen [locatie 3], [locatie 4] en [locatie 5] te Amsterdam;
f. ter plaatse van het perceel Eerste van der Helststraat 31 te Amsterdam niet is voorzien in dienstverlening en kantoren;
g. de bestemming "Maatschappelijk" is toegekend aan het perceel Van Ostadestraat 270 te Amsterdam;
h. de dubbelbestemming "Waarde - Landschap" is toegekend aan de percelen Ferdinand Bolstraat 47H, 47-I, 47-II, 49, 49-I, 49-II, 79HS, 79-I, 79-II, 79-III, 81HS, 81-I, 81-II, 81-III, 88HS, 88-I, 88-II, 88-III, 97H, 97-I, 97-II, 97-III, 101HS, 101-I, 101-II, 101-III, 122HS, 122-I, 122-II, 122-III, 124HS, 124-I, 124-II en 124-III, alle te Amsterdam;
VI. verklaart het beroep van Aalborg Hotel Management B.V. ongegrond;
VII. draagt de raad op om binnen 26 weken na verzending van deze uitspraak met inachtneming daarvan een nieuw besluit te nemen voor de onderdelen genoemd onder V en dit vervolgens op de wettelijk voorgeschreven wijze en binnen de daarvoor geldende termijn bekend te maken en mede te delen;
VIII. veroordeelt de raad van de gemeente Amsterdam tot vergoeding van de bij appellanten in verband met de behandeling van het beroep opgekomen proceskosten als volgt:
a. bij Comité Oude Pijp en anderen een bedrag van € 459,61 (zegge: vierhonderdnegenenvijftig euro en eenenzestig cent), met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
b. bij [appellante sub 2] een bedrag van € 796,50 (zegge: zevenhonderdzesennegentig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
c. bij Caransa Group B.V. een bedrag van € 1.335,00 (zegge: dertienhonderdvijfendertig euro en vijftig cent), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
d. bij [appellante sub 4] en andere een bedrag van € 1.335,00 (zegge: dertienhonderdvijfendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
e. bij Maatschap Centrum Vastgoed en anderen een bedrag van € 1.068,00 (zegge: duizendachtenzestig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
f. bij Bisdom Haarlem - Amsterdam een bedrag van € 1.335,00 (zegge: dertienhonderdvijfendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
g. bij VastNed Retail Nederland B.V. een bedrag van € 1.335,00 (zegge: dertienhonderdvijfendertig euro), geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand;
IX. gelast dat de raad van de gemeente Amsterdam het door appellanten voor de behandeling van het beroep betaalde griffierecht als volgt vergoedt:
a. voor Comité Oude Pijp en anderen een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro), met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
b. voor [appellante sub 2] een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro);
c. voor Caransa Group B.V. een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro);
d. voor [appellante sub 4] en andere een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro), met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
e. voor [appellant sub 5] een bedrag van € 170,00 (zegge: honderdzeventig euro);
f. voor Maatschap Centrum Vastgoed en anderen een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro), met dien verstande dat bij betaling aan één van hen het bestuursorgaan aan zijn betalingsverplichting heeft voldaan;
g. voor Bisdom Haarlem - Amsterdam een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro);
h. voor VastNed Retail Nederland een bedrag van € 338,00 (zegge: driehonderdachtendertig euro).
Aldus vastgesteld door mr. P.B.M.J. van der Beek-Gillessen, voorzitter, en mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen en mr. E.A. Minderhoud, leden, in tegenwoordigheid van mr. W.S. van Helvoort, griffier.
w.g. Van der Beek-Gillessen w.g. Van Helvoort
voorzitter griffier
Uitgesproken in het openbaar op 10 februari 2021