ECLI:NL:RVS:2021:27
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met inreisverbod
Op 13 januari 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 13 november 2020 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. Tevens was er een inreisverbod uitgevaardigd tegen de vreemdeling. De rechtbank Den Haag had op 17 december 2020 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna zij hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 534,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak is gedaan door mr. C.J. Borman, die in tegenwoordigheid van griffier mr. N. Tibold de beslissing heeft vastgesteld. De voorzieningenrechter was verhinderd om de uitspraak te ondertekenen. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 januari 2021.