ECLI:NL:RVS:2021:1990
Raad van State
- A.W.M. Bijloos
- T. van Goeverden-Clarenbeek
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het verzoek tot beperkte kennisneming van gedingstukken in hoger beroep inzake nationale veiligheid
In deze zaak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 november 2020, waarin zaken nrs. 19/6972 en 19/8438 aan de orde waren. De Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) heeft, op basis van artikel 8:45 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een aantal gedingstukken overgelegd en verzocht om beperking van de kennisneming van deze stukken. Dit verzoek was ingegeven door gewichtige redenen die verband hielden met de nationale veiligheid.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in haar overwegingen de belangen afgewogen. Enerzijds is het van belang dat partijen gelijkelijk toegang hebben tot relevante informatie voor het hoger beroep, anderzijds moet de bestuursrechter beschikken over alle noodzakelijke informatie om de zaak zorgvuldig te kunnen afhandelen. De Afdeling heeft vastgesteld dat het belang van de nationale veiligheid in dit geval zwaarder weegt dan het belang van [appellante] om kennis te nemen van de stukken.
De Afdeling heeft geconcludeerd dat het verzoek van de AIVD tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd is. Dit betekent dat de stukken niet openbaar worden gemaakt, omdat hun vrijgave lopende en toekomstige onderzoeken van de AIVD zou kunnen belemmeren en daarmee de nationale veiligheid in gevaar zou kunnen brengen. De beslissing is genomen op 8 september 2021, waarbij de Afdeling het verzoek heeft toegewezen.