ECLI:NL:RVS:2021:1776
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvragen van vreemdelingen met betrekking tot risico's bij terugkeer naar Griekenland
Op 9 augustus 2021 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep dat was ingesteld door vreemdelingen tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 9 juli 2020 deze aanvragen niet-ontvankelijk verklaard. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. A. Khalaf, voerden aan dat zij bij terugkeer naar Griekenland een reëel risico lopen op een situatie die in strijd is met artikel 3 van het EVRM en artikel 4 van het EU-Handvest. De rechtbank Den Haag had op 2 december 2020 de beroepen van de vreemdelingen ongegrond verklaard, waarop zij hoger beroep instelden.
De Raad van State oordeelde dat de staatssecretaris beter moest motiveren waarom de vreemdelingen dit risico niet lopen. De grieven van de vreemdelingen werden gegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd. De besluiten van de staatssecretaris van 9 juli 2020 werden ook vernietigd, en de staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die op € 2.992,00 werden vastgesteld. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor een zorgvuldige afweging van de risico's voor vreemdelingen bij terugkeer naar hun land van herkomst, in dit geval Griekenland.