ECLI:NL:RVS:2020:700
Raad van State
- Hoger beroep
- J.Th. Drop
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdeling tegen overplaatsing naar Extra Begeleidings- en Toezicht Locatie
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van een vreemdeling tegen een besluit van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COa) waarbij hij op 2 mei 2019 werd overgeplaatst naar de Extra Begeleidings- en Toezicht Locatie (EBTL) te Hoogeveen. De rechtbank Den Haag, zittingsplaats Groningen, had op 28 mei 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.W.J. van der Meer, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 6 maart 2020 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. De vreemdeling had geen actueel en reëel belang bij de beoordeling van het hoger beroep, aangezien hij inmiddels was overgeplaatst naar een EBTL in Amsterdam. De Afdeling overweegt dat de vreemdeling geen grief heeft ingediend tegen de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding en dat hij ook niet heeft verzocht om behandeling van het hoger beroep na de vraag van de Afdeling naar zijn belang. De Afdeling concludeert dat de vreemdeling geen belang kan ontlenen aan zijn hoger beroep, en dat het besluit van het COa om hem opnieuw te plaatsen buiten dit geding valt.
De uitspraak van de Raad van State is openbaar uitgesproken op 6 maart 2020, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak het hoger beroep van de vreemdeling niet-ontvankelijk verklaart. De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.