ECLI:NL:RVS:2020:60
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 14 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening door een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 21 november 2019 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 19 december 2019 het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en tevens verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te ontvangen. De voorzieningenrechter heeft, gelet op de aangevoerde argumenten, besloten om de voorlopige voorziening te treffen. Dit houdt in dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat de Afdeling op het hoger beroep heeft beslist. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 525,00, te betalen voor beroepsmatige rechtsbijstand.
De uitspraak benadrukt het belang van het treffen van voorlopige voorzieningen in asielzaken, vooral in situaties waarin de uitzetting van de vreemdeling kan plaatsvinden voordat er een definitieve uitspraak in hoger beroep is gedaan. De voorzieningenrechter heeft hiermee een belangrijke bescherming geboden aan de vreemdeling in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep.