ECLI:NL:RVS:2020:54
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting van vreemdeling
Op 13 januari 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 25 oktober 2019 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De staatssecretaris had tevens bepaald dat de vreemdeling Nederland onmiddellijk moest verlaten.
De vreemdeling ging in beroep tegen deze afwijzing en de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, verklaarde op 20 december 2019 het beroep gegrond. De rechtbank vernietigde het besluit van de staatssecretaris, maar bepaalde dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven voor zover de asielaanvraag als ongegrond werd aangemerkt. De rechtbank stelde ook een vertrektermijn van vier weken vast.
Tegen deze uitspraak heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft, na beoordeling van de ingediende stukken, besloten dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn vastgesteld op € 525,00, te betalen voor beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 13 januari 2020.