ECLI:NL:RVS:2020:3149
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvraag
Op 31 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had op 10 november 2020 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet-ontvankelijk was verklaard. De vreemdeling ging hiertegen in beroep bij de rechtbank Den Haag, die op 14 december 2020 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft de vreemdeling in zijn verzoek ontvangen en heeft geoordeeld dat er aanleiding is om een voorlopige voorziening te treffen. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn ontstaan in verband met de behandeling van het verzoek. De kosten zijn vastgesteld op € 525,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.J. van Eck, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.E.E. Wolff, griffier, en is openbaar uitgesproken op 31 december 2020.