ECLI:NL:RVS:2020:2172

Raad van State

Datum uitspraak
9 september 2020
Publicatiedatum
9 september 2020
Zaaknummer
201905509/1/R1
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bestemmingsplan paraplubestemmingsplan Wonen en procesbelang van appellante

Op 12 juni 2019 heeft de raad van de gemeente Amstelveen het bestemmingsplan "paraplubestemmingsplan Wonen" vastgesteld. Dit plan is een parapluplan dat de bestaande plannen voor het grondgebied van de gemeente gedeeltelijk herzien. Het voorziet in aanvullende regels voor de bestemming 'Wonen'. Appellante, wonend te Amstelveen, heeft het plan aangevochten omdat zij haar woning wil splitsen, maar vreest dat het verbod op splitsing in de planregels haar plannen in de weg staat. Ze vraagt om schadevergoeding voor de gevolgen van dit verbod.

De raad van de gemeente Amstelveen heeft een verweerschrift ingediend, en de zaak is ter zitting behandeld op 27 augustus 2020. Appellante was vertegenwoordigd door mr. J.T.F. van Berkel, terwijl de raad werd vertegenwoordigd door P.C. Vermond en D. van der Ree. Tijdens de zitting heeft de raad betoogd dat appellante geen procesbelang meer heeft, omdat zij een omgevingsvergunning heeft verkregen voor het splitsen van haar woning. Deze vergunning is verleend door de rechtbank Amsterdam op 23 december 2019 en is onherroepelijk.

Appellante heeft echter gesteld dat er nog steeds onzekerheid bestaat over de gevolgen van het bestemmingsplan voor haar omgevingsvergunning. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft geoordeeld dat appellante geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep, omdat het plan geen invloed heeft op de reeds verleende omgevingsvergunning. De conclusie was dat het beroep niet-ontvankelijk is verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 9 september 2020.

Uitspraak

201905509/1/R1.
Datum uitspraak: 9 september 2020
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak in het geding tussen:
[appellante], wonend te Amstelveen,
appellante,
en
de raad van de gemeente Amstelveen,
verweerder.
Procesverloop
Bij besluit van 12 juni 2019 heeft de raad het bestemmingsplan "paraplubestemmingsplan Wonen" vastgesteld.
Tegen dit besluit heeft [appellante] beroep ingesteld.
De raad heeft een verweerschrift ingediend.
[appellante] heeft nadere stukken ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 27 augustus 2020, waar [appellante], vertegenwoordigd door mr. J.T.F. van Berkel, en de raad, vertegenwoordigd door P.C. Vermond en D. van der Ree, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.    Het plan is een zogeheten parapluplan, waarmee de geldende plannen voor het grondgebied van de gemeente bij wijze van een gedeeltelijke herziening worden aangepast. Het plan voorziet in aanvullende planregels voor de bestemming ‘Wonen’.
[appellante] woont aan de [locatie] te Amstelveen. Zij wil haar woning splitsen en vreest dat het in de planregels opgenomen verbod om bestaande woningen te splitsen daaraan in de weg staat. De schade die zij hierdoor lijdt, wil zij vergoed zien.
Procesbelang
2.    De raad stelt zich op het standpunt dat [appellante] geen belang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. [appellante] heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor het plaatsen van een scheidingswand in haar woning om twee zelfstandige woningen te realiseren. De rechtbank Amsterdam heeft de gevraagde omgevingsvergunning bij uitspraak van 23 december 2019, AMS 19/2919, verleend. Op grond van die omgevingsvergunning mag [appellante] haar woning splitsen.
3.    [appellante] heeft ter zitting gesteld dat zij nog wel procesbelang heeft, omdat onzeker is welke gevolgen het plan voor de verleende omgevingsvergunning heeft. Zij vraagt zich af of de twee te realiseren woningen in overeenstemming met het plan zijn of onder het overgangsrecht vallen.
4.    De Afdeling is van oordeel dat [appellante] geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van haar beroep. Tegen de uitspraak van de rechtbank van 23 december 2019 is geen hoger beroep ingesteld, zodat de bij die uitspraak verleende omgevingsvergunning onherroepelijk is. Het plan staat niet in de weg aan de vergunde splitsing van de woning. Een verdere splitsing is op grond van het plan niet toegestaan, maar [appellante] heeft ter zitting gesteld dat zij geen plannen heeft om een van de woningen verder te splitsen. De gestelde onzekerheid over de planologische situatie na splitsing van de woning levert geen procesbelang op, omdat het plan geen wijziging brengt in het aantal woningen dat op een perceel aanwezig mag zijn.
Conclusie
5.    Het beroep is niet-ontvankelijk.
6.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Aldus vastgesteld door mr. R. Uylenburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. Y.C. Visser, griffier.
Het lid van de enkelvoudige kamer is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
Uitgesproken in het openbaar op 9 september 2020
148.