ECLI:NL:RVS:2019:992
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J. Kramer
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende bestemmingsplan Roelofarendsveen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 3 april 2019 uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek was ingediend door een verzoeker, wonend te Roelofarendsveen, tegen de raad van de gemeente Kaag en Braassem. De aanleiding voor het verzoek was het besluit van de raad van 5 maart 2018, waarbij het bestemmingsplan "Noordeinde achter 43 Roelofarendsveen" was vastgesteld. De verzoeker had beroep ingesteld tegen dit besluit en vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen.
De zitting vond plaats op 20 februari 2019, waar de verzoeker werd bijgestaan door mr. K. Heede, advocaat te Leiden. De raad was vertegenwoordigd door mr. M. van der Weide Cezarini en H. de Jong. Tijdens de zitting heeft ook een andere partij, aangeduid als [partij], gebruik gemaakt van de gelegenheid om een schriftelijke uiteenzetting te geven.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat er inmiddels een uitspraak was gedaan op het beroep, ECLI:NL:RVS:2019:985, waardoor er geen sprake meer was van een geding. Dit leidde tot de conclusie dat het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening moest worden afgewezen. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 april 2019.