ECLI:NL:RVS:2019:978
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beperking van kennisneming van vertrouwelijke bedrijfsgegevens in bestuursrechtelijke procedures
In deze zaak hebben de burgemeester van Leusden en appellanten [appellante sub 2A] en [appellante sub 2B] hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 27 oktober 2017. De rechtbank had in deze uitspraak beslist over de aanvragen voor vergunningen voor de exploitatie van een speelautomatenhal. De burgemeester verzocht de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State om te bepalen dat alleen de Afdeling kennis zou nemen van bepaalde vertrouwelijke stukken, in het kader van artikel 8:29 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit verzoek was gebaseerd op het belang van bescherming van vertrouwelijke bedrijfsgegevens en de marktstrategie van de betrokken aanvragers.
De Afdeling heeft de argumenten van de burgemeester beoordeeld en vastgesteld dat de kennisneming van de vertrouwelijke stukken door de andere partijen in het hoger beroep onevenredige benadeling van de aanvragers kan veroorzaken. De burgemeester had in zijn verzoek onvoldoende gemotiveerd waarom beperking van de kennisneming gerechtvaardigd was, maar de Afdeling oordeelde dat het belang van voorkoming van onevenredige benadeling in dit geval zwaarder weegt dan het belang van kennisneming door de andere partijen. De Afdeling heeft daarom het verzoek tot beperkte kennisneming van de aanvragen met bijlagen, voor zover deze nog niet openbaar zijn gemaakt, gerechtvaardigd geacht.
De beslissing werd genomen op 26 februari 2019, waarbij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de burgemeester in het gelijk stelde. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige afweging van belangen in bestuursrechtelijke procedures, vooral wanneer vertrouwelijke informatie in het geding is.