ECLI:NL:RBMNE:2017:7050

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 oktober 2017
Publicatiedatum
19 december 2019
Zaaknummer
AWB - 17 _ 426
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergunningverlening voor exploitatie speelautomatenhal in Leusden en de beoordeling van aanvragen

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 oktober 2017 uitspraak gedaan in een geschil over de verlening van een exploitatievergunning voor een speelautomatenhal in Leusden. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde, had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag en de toewijzing van de vergunning aan Hotel Gaming B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester van Leusden de aanvraag van eiseres op 7 juli 2016 had afgewezen en de aanvraag van Hotel Gaming B.V. op 7 december 2016 had goedgekeurd. Eiseres stelde dat de beoordelingscriteria in de Beleidsregels speelautomatenverordening niet in lijn waren met de Wet op de kansspelen en dat de procedure niet transparant was. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester de aanvragen niet gelijktijdig had behandeld, maar dat dit niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel. De rechtbank concludeerde dat de burgemeester onvoldoende transparant was geweest over de beoordelingscriteria en dat de beoordeling van de aanvragen niet inzichtelijk was. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten en droeg de burgemeester op om binnen zes weken nieuwe besluiten te nemen, waarbij de aanvragen opnieuw beoordeeld moeten worden. Tevens werd de burgemeester veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht

uitspraak van de meervoudige kamer van 27 oktober 2017

Rectificatie in de zaak met zaaknummer UTR 17/426 tussen:

30/11/2017
JVH Gaming BV en [eiseres 2] BV, te [vestigingsplaats]
,en

in de zaak met zaaknummer UTR 17/2266 tussen:

[eiseres 2] BV, te [vestigingsplaats] ,

hierna samen te noemen: eiseres
(gemachtigde: mr. M.T.C.A. Smets),
en

de burgemeester van de gemeente Leusden, verweerder

(gemachtigde: S.K. Vosselman).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen
: Hotel Gaming BV, te Tilburg, gemachtigde: mr. J. Wassink.

Procesverloop

Bij besluit van 7 juli 2016 (het primaire besluit I) heeft verweerder de aanvraag van eiseres tot het verlenen van een exploitatievergunning ten behoeve van een speelautomatenhal in Leusden afgewezen.
Bij besluit van 7 december 2016 (het primaire besluit II) heeft verweerder de aanvraag van Hotel Gaming B.V. tot het verlenen van een exploitatievergunning ten behoeve van een speelautomatenhal in Leusden toegewezen.
Bij besluit van 19 december 2016 (het bestreden besluit I) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit I ongegrond verklaard.
Bij besluit van 18 april 2017 (het bestreden besluit II) heeft verweerder het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit II ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de bestreden besluiten beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 15 september 2017. Eiseres is verschenen, vertegenwoordigd door mr. [A] en bijgestaan door haar gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.
De derde-partij is verschenen, vertegenwoordigd door [B] en bijgestaan door haar gemachtigde.

Overwegingen

1. Verweerder heeft aan de bestreden besluiten het volgende ten grondslag gelegd. Op grond van de Verordening speelautomatenhal Leusden 2015 (de Verordening) kan slechts één exploitatievergunning voor een speelautomatenhal worden verleend. In de Beleidsregels speelautomatenverordening Leusden 2015 (de Beleidsregels) wordt omschreven welk afwegingskader wordt gehanteerd bij meerdere aanvragen. Van belang zijn de kwaliteit van de exploitant, het voorkomen of verminderen van gokverslaving en het handhaven van de openbare orde en veiligheid. Op grond van een vergelijkende toets die is uitgevoerd geeft verweerder de voorkeur aan Hotel Gaming B.V., met name omdat Hotel Gaming B.V. bij de onderdelen ‘preventie gokverslaving’, ‘voorkomen van overlast’ en ‘concept/bedrijfsplan’ beter scoort. Verweerder is van mening dat eiseres de eis van het ‘cashless werken’ onvoldoende heeft ingevuld en acht het concept/bedrijfsplan van eiseres niet overtuigend.
2. Eiseres heeft aangevoerd dat de Beleidsregels gedeeltelijk onverbindend moeten worden verklaard of buiten toepassing moeten worden gelaten, omdat daarin beoordelingscriteria staan die geen verband houden met het doel van de Wet op de kansspelen (Wok) en de Verordening, namelijk het voorkomen of verminderen van gokverslaving en het waarborgen van de openbare orde en veiligheid. Het beoordelingscriterium ‘concept/bedrijfsplan’ heeft daar niets mee te maken, maar geeft uitsluitend de wensen van het bestuur weer om het concept van meerwaarde te doen zijn voor de gemeente. Ten aanzien van specifiek het bestreden besluit I heeft eiseres verder aangevoerd dat artikel 3, eerste lid, onder c van de Verordening onverbindend is, omdat de eis dat de aanvrager een overzicht moet overleggen van de aard en locatie van de overige recreatieve functies binnen het gebouw verder strekt dat het voorkomen of verminderen van gokverslaving en het handhaven van de openbare orde.
3. De rechtbank overweegt hieromtrent dat uit de tekst van de Wok niet volgt dat geen nadere criteria kunnen worden opgesteld die niet direct te maken hebben met de preventie van gokverslaving of het handhaven van de openbare orde. De Wok laat de ruimte om ook aan andere criteria te toetsen en om andere voorschriften en beperkingen aan de vergunning te verbinden. De beroepsgrond slaagt niet.
4. Eiseres heeft aangevoerd dat de aanvraagprocedure in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Door de aanvragen van eiseres en Hotel Gaming B.V. niet gelijktijdig te behandelen en geen volledige inzage te geven in de aanvraag van Hotel Gaming B.V., is het voor eiseres onmogelijk om de vergelijkende toets te controleren.
5. De rechtbank is van oordeel dat het feit dat de aanvraag van eiseres eerst is afgewezen en dat de exploitatievergunning pas op een later moment aan Hotel Gaming B.V. is verleend, niet maakt dat sprake is van strijd met het gelijkheidsbeginsel. Eiseres en Hotel Gaming B.V. hebben op dezelfde dag bericht gekregen van verweerder, eiseres in de vorm van een besluit en Hotel Gaming B.V. in de vorm van een voornemen. Dat verweerder niet tegelijk met de afwijzing van de aanvraag van eiseres de exploitatievergunning aan Hotel Gaming B.V. heeft toegekend, komt voort uit de omstandigheid dat nog een onderzoek op grond van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) moest plaatsvinden voordat de exploitatievergunning kon worden verleend. De rechtbank volgt eiseres evenmin in haar standpunt dat van een transparante procedure geen sprake is omdat eiseres niet de beschikking had over de aanvraag van Hotel Gaming B.V.. De aangekondigde procedure, het tijdvak ervan en de te hanteren toetsingscriteria waren van tevoren voor een ieder kenbaar en gelijk, zodat de procedure in zoverre voldoende transparant was. Dat eiseres niet beschikte over de volledige aanvraag van Hotel Gaming B.V. maakt dat niet anders. De beroepsgrond slaagt niet.
6. Eiseres heeft aangevoerd dat verweerder haar ten onrechte heeft tegengeworpen dat zij niet met een ‘cashless systeem’ werkt. Uit verschillende verklaringen blijkt dat eiseres wel degelijk de bereidheid heeft getoond om cashless te werken. Bovendien blijkt uit de Verordening dat cashless werken verplicht is, zodat het eerder in de rede ligt om het als vergunningvoorschrift op te nemen in plaats van als beoordelingscriterium.
7. De rechtbank overweegt dat uit de toelichting op artikel 5 van de Verordening blijkt dat het hanteren van een cashless systeem als vergunningvoorschrift wordt opgenomen. Uit de Verordening of uit de Beleidsregels blijkt niet dat de manier waarop dit cashless systeem zal worden vormgegeven een rol speelt bij de vergelijkende toets van verweerder. Daardoor was het in de aanvraagfase niet duidelijk dat de score voor het beoordelingscriterium ‘voorkomen van overlast’ in belangrijke mate kon worden beïnvloed door de vormgeving van het cashless systeem. Verweerder is hier niet transparant in geweest en had (de vormgeving van) het cashless systeem niet mee mogen laten wegen in de score voor het beoordelingscriterium ‘voorkomen van overlast’. De beroepsgrond slaagt.
8. Eiseres heeft verder aangevoerd dat de toegang tot de markt is geblokkeerd, omdat het gebied waarin de speelautomatenhal gerealiseerd moet worden kennelijk is beperkt tot één concrete locatie, namelijk de locatie van [.] , waar Hotel Gaming B.V. de beschikking over heeft. Eerlijke mededinging is in deze omstandigheden uitgesloten. Het concept van eiseres bestaat uit een combinatie van sport, wellness, gaming, restaurants en een bioscoop. De aanvraag van eiseres is afgewezen omdat de recreatieve functies die zij in samenhang met de speelautomatenhal wil realiseren niet binnen het bestemmingsplan passen. Verweerder heeft ten onrechte alleen de onderdelen gaming en sport bij de beoordeling betrokken. De rest is buiten beschouwing gelaten. Daarmee miskent verweerder de mogelijkheid dat het bestemmingsplan kan worden gewijzigd. Het is geen vereiste dat het concept direct in overeenstemming is met de ruimtelijke regelgeving. Door wel tegen te werpen dat het concept niet in het bestemmingsplan past, wijkt verweerder af van de beleidsregels.
9. De rechtbank overweegt als volgt. Uit het primaire besluit I volgt dat verweerder, zoals eiseres stelt, de bioscoop en enkele grote restaurants uit het concept van eiseres buiten beschouwing heeft gelaten, omdat deze functies op dit moment nog niet zijn voorzien in het bestemmingsplan en omdat voor de realisatie daarvan geen kaders bestaan. Over de plek waarop de speelautomatenhal kan worden gevestigd heeft verweerder zich ter zitting op het standpunt gesteld dat de door eiseres voorgestelde locatie niet de reden was om de exploitatievergunning aan Hotel Gaming B.V toe te kennen in plaats van aan eiseres. De reden daarvoor was dat het concept van Hotel Gaming B.V in zijn totaliteit als beter is beoordeeld. Verder heeft verweerder zich op het standpunt gesteld dat het bestemmingsplan kan worden gewijzigd ten behoeve van de vestiging van het beste concept. Uit artikel 8 van de Verordening volgt voorts dat mogelijk een omgevingsvergunning moet worden aangevraagd en moet zijn verleend voordat van de exploitatievergunning gebruik kan worden gemaakt. Het voorgaande valt niet te rijmen met de stelling van verweerder dat het concept van eiseres deels buiten beschouwing is gelaten omdat onderdelen daarvan niet binnen het bestemmingsplan passen. De rechtbank acht het niet duidelijk hoe de beoordeling van de voorgestelde concepten zich verhoudt tot de mogelijkheid om het bestemmingsplan te wijzigen. Daarmee is ook onduidelijk hoe de beoordeling van de locaties, de regionale functies en de recreatieve voorzieningen daarin een rol hebben gespeeld. De conclusie daarvan is dat de beoordeling van het criterium ‘concept/bedrijfsplan’ niet inzichtelijk is. De beroepsgrond slaagt.
10. Gelet op het voorgaande kleeft aan de bestreden besluiten een motiveringsgebrek en is sprake van een onzorgvuldige voorbereiding. De beroepen zijn gegrond en de rechtbank zal de bestreden besluiten vernietigen.
11. De rechtbank ziet geen aanleiding de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten in stand te laten of zelf in de zaak te voorzien. Verweerder heeft ter zitting verklaard dat geen waterdichte scheiding bestaat tussen de verschillende beoordelingscriteria, in die zin dat bijvoorbeeld het onderdeel ‘preventie van gokverslaving’ als apart criterium is beoordeeld, maar ook wordt betrokken bij de beoordeling van het ‘concept/bedrijfsplan’. De rechtbank kan daarom niet vaststellen dat de uitkomst van de vergelijkende toets bij een andere score op de onderdelen ’voorkomen van overlast’ en ‘concept/bedrijfsplan’ nog steeds in het voordeel van Hotel Gaming B.V. zal uitvallen. Verweerder zal daarom nieuwe besluiten moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. Hij moet daartoe de aanvragen opnieuw aan de hand van alle kenbare criteria, en met inachtneming van deze uitspraak, beoordelen. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van zes weken. De rechtbank merkt op dat deze termijn pas begint nadat de termijn om hoger beroep in te stellen ongebruikt is verstreken of, indien hoger beroep wordt ingesteld, nadat op het hoger beroep is beslist.
12. Omdat de rechtbank de beroepen gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
13. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 990,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van
€ 495,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten I en II;
- draagt verweerder op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 666,- aan eiseres te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 990,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J. Praamstra voorzitter, en mr. T. Pavićević, en
mr. M.L. van Emmerik, leden, in aanwezigheid van mr. A.M. Slierendrecht, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 27 oktober 2017.
griffier voorzitter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening of om het opheffen of wijzigen van een bij deze uitspraak getroffen voorlopige voorziening.