ECLI:NL:RVS:2019:65
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om opvang en verstrekkingen
Op 11 januari 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in een asielzaak. De vreemdeling had op 11 oktober 2018 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar deze aanvraag werd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 21 december 2018 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet zou worden overgedragen voordat er op het hoger beroep was beslist, en dat hij gedurende deze periode opvang en verstrekkingen zou ontvangen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter heeft het verzoek in het licht van eerdere uitspraken en de omstandigheden van de zaak toewijsbaar geacht.
In de beslissing heeft de voorzieningenrechter bepaald dat de vreemdeling niet mag worden overgedragen totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgekomen in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 512,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 11 januari 2019.