201902323/5/R1.
Datum beslissing: 4 december 2019
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Beslissing op grond van artikel 8:29, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) in het geding tussen:
1. [appellante sub 1], gevestigd te [plaats],
2. [appellante sub 2A] en [appellant sub 2B], beiden wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 2]),
3. De Goede Steen B.V., gevestigd te Obdam, gemeente Koggenland,
4. [appellant sub 4], wonend te [woonplaats],
5. [appellant sub 5], wonend te [woonplaats],
6. [appellant sub 6A] en [appellant sub 6B], beiden wonend te [woonplaats],
7. [appellant sub 7A] en [appellant sub 7B], wonend te [woonplaats] onderscheidenlijk [woonplaats],
8. [appellant sub 8A] en [appellant sub 8B], beiden wonend te [woonplaats] (hierna tezamen en in enkelvoud: [appellant sub 8]),
9. [appellant sub 9] en anderen, allen wonend te [woonplaats],
10. [appellant sub 10A] en [appellant sub 10B], beiden wonend te [woonplaats],
11. het college van burgemeester en wethouders van Opmeer,
12. [appellante sub 12], gevestigd te [plaats], en anderen,
13. [appellant sub 13], wonend te [woonplaats],
en
provinciale staten van Noord-Holland,
verweerder.
Procesverloop
[appellante sub 1], [appellant sub 2], De Goede Steen B.V., [appellant sub 4], [appellant sub 5], [appellanten sub 6], [appellanten sub 7], [appellant sub 8], [appellant sub 9] en anderen, [appellanten sub 10], het college, [appellante sub 12] en anderen en [appellant sub 13] hebben beroep ingesteld tegen het besluit van provinciale staten van 4 maart 2019 tot vaststelling van het inpassingsplan "Herinrichting A.C. de Graafweg (N241)".
Provinciale staten heeft één gedingstuk overgelegd en met verwijzing naar artikel 8:29 van de Awb medegedeeld dat uitsluitend de Afdeling kennis zal mogen nemen van dit stuk.
Het betreft het rapport 'Verwervingsplan provincie; Trajectbenadering N241 A.C. de Graafweg' van 17 oktober 2018 van de provincie Noord-Holland.
Overwegingen
1. De Afdeling heeft provinciale staten verzocht om het rapport over de aankoopkosten te overleggen. Bij brief van 29 oktober 2019 heeft provinciale staten te kennen gegeven dat het rapport waarin de aankoopkosten in het kader van de grondverwerving voor het inpassingsplan N241 zijn geanalyseerd het 'Verwervingsplan provincie; Trajectbenadering N241 A.C. de Graafweg' van 17 oktober 2018 betreft en heeft provinciale staten dit rapport overgelegd. Daarbij heeft provinciale staten de Afdeling wegens het bestaan van gewichtige redenen verzocht te bepalen dat alleen de Afdeling van dit stuk kennis zal nemen. Provinciale staten heeft ter motivering van het verzoek aangevoerd dat dit voor intern gebruik opgestelde rapport ter onderbouwing van de budgettering, aankoop- en onderhandelingsstrategieën bevat die binnen de provincie Noord-Holland worden gehanteerd bij grondverwerving. Het rapport bevat onder meer een beschrijving van de interne processen, de werkwijze van de provincie met betrekking tot taxatierapporten en onderhandelingsruimte en concrete bedragen, aldus provinciale staten. Volgens provinciale staten kan door toezending van dit rapport aan appellanten de onderhandelingspositie van de provincie onder druk komen te staan. Gezien de economische en financiële belangen van de provincie in dit project maar ook bij aankoop- en onteigeningstrajecten in de toekomst, zijn er volgens provinciale staten dan ook gewichtige redenen die rechtvaardigen dat uitsluitend de Afdeling hiervan kennis neemt. In dit verband wijst provinciale staten op de uitspraken van de Afdeling van 17 februari 2016, ECLI:NL:RVS:2016:356, en van 20 september 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3216. 2. Gelet op artikel 8:29, derde lid, van de Awb beslist de Afdeling of de weigering dan wel beperking van de kennisneming van een stuk gerechtvaardigd is. Deze beslissing vergt een afweging van belangen. Enerzijds speelt hierbij het belang dat partijen gelijkelijk beschikken over de voor het beroep relevante informatie en het belang dat de bestuursrechter beschikt over alle informatie die nodig is om de zaak op een juiste en zorgvuldige wijze af te doen. Daartegenover staat dat de kennisneming door partijen van bepaalde gegevens het algemeen belang, het belang van één of meer partijen en/of het belang van derden onevenredig kan schaden.
3. De Afdeling heeft kennis genomen van het rapport 'Verwervingsplan provincie; Trajectbenadering N241 A.C. de Graafweg' van 17 oktober 2018 van de provincie Noord-Holland. De Afdeling is van oordeel dat dit rapport gegevens bevat met betrekking tot de economische en financiële belangen van de provincie. Het rapport bevat onder meer ramingen, uitgangspunten, strategieën en beleidsmatige overwegingen over de verwerving van gronden ten behoeve van de herinrichting van de A.C. de Graafweg (N241). De Afdeling acht aannemelijk dat kennisneming van het rapport kan leiden tot onevenredige benadeling van de onderhandelingspositie van de provincie. Daarbij neemt de Afdeling in aanmerking dat de uitgangspunten op zichzelf geschikt zijn voor herhaalde toepassing. Naar het oordeel van de Afdeling weegt het door provinciale staten ingeroepen belang van bescherming van de financiële belangen van de provincie zwaarder dan het belang dat de andere partijen kennis nemen van het rapport.
4. De Afdeling acht daarom het verzoek tot beperkte kennisneming gerechtvaardigd.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
wijst het verzoek toe.
Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer, in tegenwoordigheid van mr. L.C. Lodeweges, griffier.
w.g. Daalder w.g. Lodeweges
lid van de enkelvoudige geheimhoudingskamer griffier
Uitgesproken in het openbaar op 4 december 2019