ECLI:NL:RVS:2019:2977
Raad van State
- Hoger beroep
- N. Verheij
- H. Troostwijk
- A.W.M. Bijloos
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag inzake vreemdelingenbewaring en proceskostenvergoeding
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling die in vreemdelingenbewaring is gesteld op 25 juni 2019. De vreemdeling heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats 's-Hertogenbosch. Op 17 juli 2019 heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, schadevergoeding toegekend en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld in de proceskosten. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Peeters, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak, omdat de rechtbank de staatssecretaris niet had veroordeeld tot vergoeding van de kosten voor het verschijnen ter zitting.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het hoger beroep op 30 augustus 2019 behandeld. In de overwegingen werd vastgesteld dat de rechtbank ten onrechte had nagelaten de staatssecretaris te veroordelen in de gemaakte kosten voor het verschijnen ter zitting. De grieven van de vreemdeling werden gegrond verklaard, en de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd voor zover deze de staatssecretaris niet had veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten tot een bedrag van € 1.024,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 augustus 2019, en de betrokken rechters hebben de beslissing gezamenlijk vastgesteld.