ECLI:NL:RVS:2019:276
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Frankrijk
Op 29 januari 2019 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen, die om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden verzocht, een voorlopige voorziening vroegen. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 16 november 2018 de aanvragen van de vreemdelingen niet in behandeling genomen. De rechtbank Den Haag had op 8 januari 2019 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze besluiten ongegrond verklaard. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet aan Frankrijk zouden worden overgedragen voordat op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, het verzoek van de vreemdelingen voor toewijzing in aanmerking komt. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden overgedragen aan Frankrijk totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek, tot een bedrag van € 512,00, dat geheel is toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het waarborgen van de rechten van vreemdelingen in asielprocedures en de noodzaak om hen te beschermen tegen mogelijke overdracht naar een ander land voordat hun rechtszaken zijn afgerond.