ECLI:NL:RVS:2019:2686
Raad van State
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel door staatssecretaris
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een vreemdeling tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris heeft op 3 januari 2018 besloten om de aanvraag af te wijzen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Roermond, die op 6 september 2018 het beroep ongegrond heeft verklaard. De vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. A.C. Soetens, heeft vervolgens hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak behandeld en heeft in het kader van de procedure de behandeling van de zaak aangehouden in afwachting van een prejudiciële beslissing van het Hof van Justitie. Na de intrekking van het verzoek om een prejudiciële beslissing heeft de Afdeling de behandeling van de zaak opnieuw aangehouden in afwachting van haar uitspraak over de asielmotieven die voor het eerst in beroep zijn aangevoerd. Uiteindelijk is het onderzoek gesloten en heeft de Afdeling besloten om de zaak terug te wijzen naar de rechtbank.
De uitspraak is gedaan op 6 augustus 2019 door mr. C.M. Wissels, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. F.M.J. den Houdijker, griffier. De zaak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.