ECLI:NL:RVS:2018:907
Raad van State
- Hoger beroep
- R. van der Spoel
- J.C. Kranenburg
- B.P.M. van Ravels
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang en kostenverhaal
In deze zaak gaat het om hoger beroep tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw, waarbij appellanten [appellant sub 1], [appellante sub 2] en [appellante sub 3] zijn aangemerkt als overtreders van de in de besluiten tot toepassing van spoedeisende bestuursdwang genoemde bepalingen. De besluiten zijn genomen naar aanleiding van een controle op 10 maart 2015, waarbij symptomen van broei in een afvalberg zijn geconstateerd. Het college heeft vervolgens op 14 maart 2015 en 16 maart 2015 spoedeisende bestuursdwang toegepast, waarbij de kosten van de uitvoering van de bestuursdwang zijn vastgesteld op € 328.516,98 en op de appellanten zijn verhaald.
De rechtbank Limburg heeft in haar uitspraak van 21 december 2016 de beroepen van de appellanten ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak hebben de appellanten hoger beroep ingesteld. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft de zaak ter zitting behandeld op 29 november 2017. De Afdeling oordeelt dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat de kosten van de toepassing van bestuursdwang op de appellanten kunnen worden verhaald. De besluiten van 16 en 23 maart 2015 hebben expliciet alleen MSZ als overtreder aangemerkt, en de kosten kunnen derhalve niet op de andere appellanten worden verhaald.
De Afdeling verklaart de hoger beroepen gegrond, vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart de beroepen van de appellanten alsnog gegrond. De besluiten van het college van 10 augustus 2015 worden vernietigd en het college wordt veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en griffierechten aan de appellanten.