ECLI:NL:RVS:2018:438
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 6 februari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 31 mei 2017 was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 22 december 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde. In het kader van dit hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening te treffen, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen en veroordeelde de staatssecretaris tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 501,00 werden vastgesteld. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.