ECLI:NL:RVS:2018:4215
Raad van State
- Hoger beroep
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep van vreemdelingen tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel
Op 19 december 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een hoger beroep van vreemdelingen tegen de afwijzing van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 14 mei 2018 de aanvragen van de vreemdelingen afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 12 juni 2018 de daartegen ingestelde beroepen ongegrond. De vreemdelingen, vertegenwoordigd door mr. S.R. Nohar, hebben hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak.
De Raad van State heeft het hoger beroep gegrond verklaard, verwijzend naar een eerdere uitspraak van 21 november 2018 over de westerse levensstijl van vrouwelijke asielzoekers. De Afdeling heeft de uitspraak van de rechtbank vernietigd en de beroepen alsnog gegrond verklaard. Dit houdt in dat de staatssecretaris de westerse levensstijl van vreemdeling 1 opnieuw moet onderzoeken en beoordelen, met inachtneming van de eerder gegeven overwegingen over de onderzoeksplicht en motiveringsplicht.
Daarnaast heeft de Raad van State de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die in totaal € 1.503,00 bedragen, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan door mr. J.J. van Eck, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. J.W. Prins, griffier, en is openbaar uitgesproken op 19 december 2018.