ECLI:NL:RVS:2018:4015
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot overdracht aan Italië
Op 7 december 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 12 oktober 2018 niet in behandeling was genomen. De rechtbank Den Haag had op 14 november 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet aan Italië zou worden overgedragen totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling had gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet zou worden overgedragen aan Italië totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot betaling van € 501,00 aan proceskosten, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 7 december 2018.