ECLI:NL:RVS:2018:3570
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 30 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 9 september 2018 was afgewezen. Tevens was de vreemdeling opgedragen de Europese Unie onmiddellijk te verlaten en was er een inreisverbod tegen hem uitgevaardigd. De rechtbank Den Haag had op 8 oktober 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep heeft ingesteld.
In het verzoek om voorlopige voorziening was de vreemdeling erop gericht te voorkomen dat hij zou worden uitgezet gedurende de behandeling van het hoger beroep. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, gelet op de omstandigheden en eerdere uitspraken, het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die zijn opgekomen in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 501,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.