ECLI:NL:RVS:2018:3505
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met inreisverbod
Op 25 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd gekregen, maar deze was op 19 juni 2017 ingetrokken door de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, die tevens een inreisverbod had uitgevaardigd. De vreemdeling was het niet eens met deze beslissing en had beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 11 september 2018 het beroep niet-ontvankelijk verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen gekeken naar de argumenten van de vreemdeling en de relevante jurisprudentie, waaronder een eerdere uitspraak van de Afdeling van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking komt. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 25 oktober 2018.