ECLI:NL:RVS:2018:3399
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- G.M.H. Hoogvliet
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en proceskostenvergoeding
Op 16 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een voorlopige voorziening heeft verzocht. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 7 oktober 2016 was afgewezen. De rechtbank Den Haag verklaarde op 28 augustus 2018 het beroep van de vreemdeling ongegrond, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde. In het kader van dit hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te bieden volgens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek van de vreemdeling, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 501,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2018.