ECLI:NL:RVS:2018:3230
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot uitzetting en opvang van vreemdeling
Op 2 oktober 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening van een vreemdeling. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke op 13 juni 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 23 juli 2018 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde. In het kader van dit hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat op het hoger beroep was beslist en dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 501,00 werden vastgesteld. Deze uitspraak werd openbaar uitgesproken op 2 oktober 2018.