ECLI:NL:RVS:2018:2825
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met inreisverbod
Op 23 augustus 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. De vreemdelingen, die eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, waren door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid afgewezen en kregen een inreisverbod opgelegd. De rechtbank Den Haag had op 29 maart 2018 de beroepen van de vreemdelingen tegen deze besluiten ongegrond verklaard, waarna de vreemdelingen hoger beroep instelden.
In hun verzoek om voorlopige voorziening vroegen de vreemdelingen de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zouden worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens vroegen zij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdelingen niet mochten worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die door de vreemdelingen waren gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek. De totale kosten werden vastgesteld op € 501,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand.