ECLI:NL:RVS:2018:250
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- N. Verheij
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak tegen staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Op 22 november 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 9 januari 2018 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening om te voorkomen dat hij zou worden uitgezet en dat de verstrekkingen zouden worden beëindigd tijdens de behandeling van het hoger beroep.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van de vreemdeling beoordeeld. In zijn overwegingen heeft de voorzieningenrechter gekeken naar de eerdere uitspraak van 20 december 2016 (ECLI:NL:RVS:2016:3350) en heeft hij geconcludeerd dat het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking komt. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek. Het totale bedrag van de proceskosten is vastgesteld op € 501,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand. De uitspraak is gedaan op 23 januari 2018 en is openbaar uitgesproken.