ECLI:NL:RVS:2018:23
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 8 januari 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 23 mei 2017 was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 8 december 2017 het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling hoger beroep instelde en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling vroeg de voorzieningenrechter te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist en dat hij opvang en verstrekkingen zou ontvangen volgens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam. De staatssecretaris werd veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 501,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 januari 2018.