Uitspraak
Datum uitspraak: 30 april 2018
BESTUURSRECHTSPRAAK
verzoekster,
voorzieningenrechter griffier
Raad van State
Op 30 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling had eerder een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingediend, welke op 10 oktober 2017 door de minister van Veiligheid en Justitie was afgewezen. De rechtbank Den Haag had op 30 maart 2018 het beroep van de vreemdeling tegen deze afwijzing ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen, in het licht van eerdere rechtspraak, en bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in totaal € 501,00 bedragen, voor rechtsbijstand verleend door een derde. De uitspraak is gedaan door mr. A.W.M. Bijloos, in aanwezigheid van griffier mr. G.A. van de Sluis.