ECLI:NL:RVS:2018:1309
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning asiel en verzoek om voorlopige voorziening
Op 18 april 2018 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vreemdeling die een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd had aangevraagd. De aanvraag was door de minister van Veiligheid en Justitie op 16 oktober 2017 afgewezen. De vreemdeling had hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 16 maart 2018 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen en, gelet op eerdere uitspraken, besloten dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die in dit geval € 501,00 bedragen, ter dekking van de kosten voor rechtsbijstand.
Deze uitspraak benadrukt het belang van het recht op een eerlijk proces en de bescherming van asielzoekers in Nederland, vooral in situaties waarin hun verblijfsstatus ter discussie staat. De voorzieningenrechter heeft hiermee een belangrijke rol gespeeld in het waarborgen van de rechten van de vreemdeling tijdens de juridische procedure.