ECLI:NL:RVS:2017:519
Raad van State
- Hoger beroep
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen uitspraak rechtbank Den Haag inzake asielaanvraag en dwangsom
In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op 27 februari 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag van 24 oktober 2016. De rechtbank had het beroep van de vreemdeling gegrond verklaard, omdat de staatssecretaris niet tijdig een besluit had genomen op de asielaanvraag van de vreemdeling. Hierdoor had de staatssecretaris een dwangsom verbeurd. De staatssecretaris ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Afdeling heeft in haar uitspraak van 27 februari 2017 de rechtsvraag over het verlengen van de beslistermijn in de bestuurlijke fase behandeld. De Afdeling verwijst naar een eerdere uitspraak van 8 december 2016, waarin deze kwestie al was behandeld. De Afdeling concludeert dat het hoger beroep kennelijk gegrond is en dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moet worden vernietigd. De zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank voor verdere behandeling.
De vreemdeling heeft in zijn schriftelijke uiteenzetting geen gronden aangevoerd die zich richten tegen de uitspraak van de rechtbank, maar heeft enkel gereageerd op de grieven van de staatssecretaris. Dit betekent dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak van de Afdeling is openbaar uitgesproken op 27 februari 2017.