ECLI:NL:RVS:2017:3612
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunningen
Op 28 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening in een asielzaak. De zaak betreft twee vreemdelingen die aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd hadden ingediend, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 april 2017 zijn afgewezen. De vreemdelingen hebben hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 28 november 2017 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop hebben de vreemdelingen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zouden worden uitgezet voordat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdelingen in overweging genomen, waarbij hij verwijst naar eerdere rechtspraak. Gelet op de omstandigheden en de ingediende argumenten, heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek toe te wijzen. Dit betekent dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op hun hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdelingen hebben gemaakt in verband met de behandeling van hun verzoek, tot een bedrag van € 495,00, dat geheel is toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand.
De uitspraak is openbaar uitgesproken op dezelfde datum, 28 december 2017, en is vastgesteld door de voorzieningenrechter A.W.M. Bijloos, in aanwezigheid van griffier J. Willems.