ECLI:NL:RVS:2017:3540
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring aanvraag verblijfsvergunning
Op 19 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin een vreemdeling een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend. De vreemdeling had eerder een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid op 20 oktober 2017 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank Den Haag had op 28 november 2017 het beroep van de vreemdeling tegen deze beslissing ongegrond verklaard, waarna de vreemdeling in hoger beroep ging.
In het verzoek om voorlopige voorziening vroeg de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. Tevens verzocht hij om opvang en verstrekkingen op basis van de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. De voorzieningenrechter overwoog dat het verzoek, gezien eerdere uitspraken, voor toewijzing in aanmerking kwam.
De voorzieningenrechter besloot dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Daarnaast werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak werd openbaar gedaan op 19 december 2017.