ECLI:NL:RVS:2017:3397
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 11 december 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, welke door de minister van Veiligheid en Justitie op 13 oktober 2017 was afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep aangetekend bij de rechtbank Den Haag, die op 14 november 2017 het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de vreemdeling hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen, met inachtneming van eerdere uitspraken, waaronder een uitspraak van 20 december 2016. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat het verzoek om voorlopige voorziening toewijsbaar is, en heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 495,00, te betalen aan de vreemdeling voor de rechtsbijstand die zij heeft ontvangen.
Deze uitspraak benadrukt het belang van rechtsbescherming voor vreemdelingen die een asielaanvraag indienen en de noodzaak om hen te beschermen tegen uitzetting tijdens de behandeling van hun hoger beroep.