ECLI:NL:RVS:2017:3394
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- J.J. van Eck
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 5 mei 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg. De rechtbank heeft op 7 november 2017 het beroep ongegrond verklaard. Hierop heeft de vreemdeling, vertegenwoordigd door mr. J.C. van Zundert, hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De vreemdeling verzocht de voorzieningenrechter om te bepalen dat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist en dat hij opvang en verstrekkingen zou ontvangen volgens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft het verzoek van de vreemdeling in overweging genomen. Gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat het verzoek voor toewijzing in aanmerking komt. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid is veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten die de vreemdeling heeft gemaakt in verband met de behandeling van het verzoek, tot een bedrag van € 495,00, geheel toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand.
De voorzieningenrechter heeft op 11 december 2017 in het openbaar uitspraak gedaan, waarbij is bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er op het hoger beroep is beslist. Deze uitspraak biedt de vreemdeling tijdelijke bescherming in afwachting van de definitieve beslissing op zijn hoger beroep.