ECLI:NL:RVS:2017:3236
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met verzoek om uitzetting te voorkomen
Op 23 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De vreemdeling, die een aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel had ingediend, had tegen de afwijzing van deze aanvraag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hoger beroep ingesteld. De rechtbank Den Haag had eerder, op 20 oktober 2017, het beroep van de vreemdeling ongegrond verklaard. In het kader van het hoger beroep verzocht de vreemdeling de voorzieningenrechter om te bepalen dat zij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist, en om opvang en verstrekkingen te bieden volgens de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers.
De voorzieningenrechter overwoog dat, gezien de omstandigheden en eerdere uitspraken, het verzoek van de vreemdeling voor toewijzing in aanmerking kwam. De voorzieningenrechter bepaalde dat de vreemdeling niet mocht worden uitgezet totdat er een beslissing op het hoger beroep was genomen. Tevens werd de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 werden vastgesteld, geheel toe te rekenen aan beroepsmatige rechtsbijstand. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 november 2017.