ECLI:NL:RVS:2017:3172
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot verblijfsvergunning
Op 8 maart 2017 heeft de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid een aanvraag van een vreemdeling voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afgewezen. De vreemdeling heeft hiertegen beroep ingesteld bij de rechtbank Den Haag, die op 3 november 2017 het beroep ongegrond verklaarde. De vreemdeling heeft vervolgens hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden uitgezet totdat er op het hoger beroep was beslist. De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 16 november 2017 uitspraak gedaan. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdeling niet mag worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdeling, die op € 495,00 zijn vastgesteld, geheel toe te rekenen aan door een derde verleende rechtsbijstand. Deze uitspraak is gedaan in het kader van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, dat de mogelijkheid biedt om een voorlopige voorziening te treffen in afwachting van de uitkomst van een hoger beroep.