ECLI:NL:RVS:2017:3158
Raad van State
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in asielzaak met betrekking tot niet-ontvankelijk verklaring van verblijfsvergunning aanvragen
Op 14 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan in een zaak waarin vreemdelingen een verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Dit verzoek was gericht op het voorkomen van uitzetting gedurende de behandeling van hun hoger beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van hun aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De staatssecretaris had op 20 september 2017 de aanvragen van de vreemdelingen niet-ontvankelijk verklaard, waarna de rechtbank Den Haag op 1 november 2017 de daartegen ingestelde beroepen ongegrond verklaarde. De vreemdelingen hebben hiertegen hoger beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek toewijsbaar is, gelet op de omstandigheden van de zaak en eerdere rechtspraak. De voorzieningenrechter heeft bepaald dat de vreemdelingen niet mogen worden uitgezet totdat er een beslissing is genomen op het hoger beroep. Tevens is de staatssecretaris veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de vreemdelingen, die zijn vastgesteld op € 495,00, te wijten aan beroepsmatige rechtsbijstand. De uitspraak is openbaar gedaan op 14 november 2017.